In de verslaglegging dienen een aantal punten beschreven te worden: het uitgevoerde protocol en puntsgewijs bevindingen, gevolgd door conclusie. Om de leesbaarheid van de verslagen te verhogen, kan men zich beperken tot een samenvatting met de essentie:
Voor de meest voorkomende vraagstellingen, kan men zich dan beperken tot aanwezigheid van verdikking van de zenuw op specifieke punten, nevenbevindingen (indien van toepassing) en eventuele hypervascularisatie. Schrijf een heldere conclusie met de belangrijkste bevindingen en (indien van toepassing) relatie met etiologische diagnose.
Morfologische bevindingen, die buiten de dichotome categorie van verdikt boven specifieke afkapwaarde vallen (AVM, compressie door shunt, neuroom, neurinoom, cyste en ganglion, schwannoom, neurofibroom en andere zeldzame perifere zenuwtumoren) moeten in meerdere richtingen worden gedocumenteerd met heldere annotaties. Beschrijf systematisch wat er gezien wordt bij echografie:
Bij verslaglegging van traumatisch zenuwletsel dienen zowel bij de beoordeling als verslaglegging een aantal elementen categorisch aan bod te komen:
Relatie met omliggende structuren (hematoom, callus vorming, plaatwerk of schroeven).
Standaard lay-out voor verslaglegging:
Samenvatting:
Conclusie: hoofdbevindingen en relatie met etiologische diagnose.
Een paar voorbeelden:
CTS
CTS protocol (zenuwechografie n. medianus, scantraject pols tm onderarm).
Conclusie: bevinding passen bij CTS R, maar L niet (uitsluitend anatomische variant).
Nb bij bifide aspect n. medianus liggen de normaalwaardes hoger en moet voor CTS gecorrigeerd worden (test positief bij som van bifide delen > 14mm2)
Ulnaropathie
Ulnaropathie protocol (zenuwechografie n. ulnaris, scantraject pols tm bovenarm).
Conclusie: bevindingen passen bij ulnaris (druk)neuropathie L thv elleboog.
Traumatische zenuwletsel
Conclusie: bevindingen passen het beste bij een traumatisch neuroom n. medianus thv scherp letsel onderarm.
Polyneuropathie
Polyneuropathie protocol (zenuwechografie n. medianus (scantraject pols tm bovenarm) en plexus brachialis (scantraject extraforaminaal tm supraclaviculair) bdz).
Conclusie: bevindingen kunnen passen bij een chronisch inflammatoire neuropathie.
Conclusie: geen aanwijzinggen voor een chronisch inflammatoire neuropathie.